Als het gaat om witte wijn, is er maar één manier om het te drinken: ijskoud! Als je ooit hebt geprobeerd om een glas witte wijn te drinken dat niet ijskoud was, dan weet je dat het net zo smaakt als de inhoud van een oude sok.
Waarom is ijskoud zo belangrijk? Ten eerste maskeert het de smaak van de wijn, waardoor je niet wordt geconfronteerd met de bittere en onaangename smaken die inherent zijn aan sommige witte wijnen. Ten tweede, wie houdt er niet van om te nippen van een heerlijk koud drankje op een hete zomerdag? Het is gewoon verfrissend!
Maar als je denkt dat je gewoon wat ijsblokjes in een glas witte wijn kunt gooien en klaar bent, dan heb je het mis. Je moet je wijn op de juiste temperatuur houden om ervoor te zorgen dat hij niet naar pure bucht smaakt. Dit betekent dat je een koeler nodig hebt, of als je geen koeler hebt, kun je het altijd in de koelkast bewaren voordat je het drinkt.
Dus, wat gebeurt er als je een glas witte wijn drinkt dat niet ijskoud is? Het is alsof je een slok neemt van een vloeibare, onrijpe perzik. Het smaakt naar een mengsel van azijn en druivensap dat op de grond is gemorst. Het is geen prettige ervaring en het kan je echt van de wijn afschrikken.
Dus, als je echt van witte wijn wilt genieten, zorg er dan voor dat het ijskoud is. Het is de enige manier om ervoor te zorgen dat je niet wordt geconfronteerd met een glas van vloeibare bucht. Proost op ijskoude witte wijn!